woensdag 27 februari 2008

Kapcha As

Het rapport van de CDS (chef defensiestaf) naar aanleiding van de gebeurtenissen rond Deh Rawod tijdens operatie Kapcha As houdt de gemoederen hier behoorlijk bezig. Zodanig dat De Telegraaf (26 februari jl.) zelfs bericht dat officieren een spreekverbod hebben gekregen in opdracht van de TFU commandant over het door hen bekritiseerde onderzoeksrapport. De lezer begrijpt dat ik inhoudelijk op de zaak niet in kan gaan. Daarvoor liggen de zaken te gevoelig en zijn de feiten te complex. Maar dat het rapport, of in ieder geval de brief aan de tweede kamer over het rapport, de mensen in beweging brengt is zeker.

Nu is het ook begrijpelijk dat mensen emotioneel betrokken zijn bij een dergelijk rapport. Het was dan ook ongelukkig dat de gewraakte brief vlak voor een volgende actie in hetzelfde gebied aan de mannen in het veld meegedeeld moest worden. Helemaal omdat de conclusies van de brief voor een aantal mensen niet herkenbaar waren en in de beleving van anderen onjuistheden bevatten. Nogmaals, inhoudelijk kan ik er niet op ingaan al was het alleen maar vanwege het feit dat ik er niet bij ben geweest. Wel zie ik de impact die een dergelijke brief heeft op mensen, de onrust die er ontstaat en de onzekerheid die voortduurt nu het Openbaar Ministerie nog niet van zich laat horen.

In enkele media wordt naar aanleiding van de commotie gesproken over de kloof tussen Den Haag en Uruzgan waarmee de verschillen in perceptie tussen de mensen in Nederland, politiek en samenleving, en de mensen op werkvloer van defensie wordt bedoeld. Ik heb nog niemand gehoord over het feit dat de mensen die hier nu het werk moeten doen straks die kloof naar Nederland wel weer moeten zien te overbruggen. Als jouw missie, jouw eenheid in de media wordt afgeschilderd als tactisch onzorgvuldig, slordig of niet goed opererende eenheid, dan doet dat ook iets met je. Dan knaagt dat aan je. En probeer het in Nederland dan maar eens uit te leggen hoe complex, onoverzichtelijk en moeilijk de omstandigheden waren waaronder jij je uiterste best hebt gedaan voor zowel je eigen leven als het leven van je maatje.

Ik wil op deze plaats respect uitspreken voor de mensen die onder deze moeilijke omstandigheden naar eer en geweten hun werk en hun uiterste best hebben gedaan en onder zware omstandigheden collega’s zijn verloren en gewond hebben zien raken. Ik heb grote bewondering voor de inzet die wordt getoond en de veerkracht die mensen aan de dag leggen om door te gaan.

donderdag 21 februari 2008

ISD

Het klein onderhoud aan Kamp Holland wordt verzorgd door een groepje genisten. Met een man of tien vormen zij de interne storingsdienst, en daar hebben zij hun handen vol aan. Een greep uit de werkzaamheden of aandachtsgebieden: de natte groepen (toiletten en douches); de elektrische installaties inclusief aggregaten, verlichting, airconditioning, verwarming en brandmelders; alle bouwwerkzaamheden op het kamp; waterzuivering, zowel drinkwater als spoelwater uit de eigen bron; afvalwaterzuivering volgens Nederlandse normen; onderhoud van wegen en de vliegstrip; de rest van de waterhuishouding, afvoer, riool en hemelwaterafvoer; alle kluswerkzaamheden op het kamp en het beheer van de bijbehorende reservematerialen en gereedschappen. Elke storing of elk mankement komt bij deze mensen op het bordje. En tussen de storingen door wordt aan onderhoud gewerkt. En zeker met extreme omstandigheden (in de winter - 20 en in de zomer + 50 graden Celsius) hebben een aantal onderdelen het zwaar te verduren.
Ik heb respect voor deze mensen. Want bij elke storing, of het nu over een overstromende toiletpot gaat of over een uitvallend aggregaat of een kapotte airco, er is altijd iemand die komt klagen. Of dat het stuk is, of dat het snel gemaakt moet worden, of dat het te lang duurt, of dat het allemaal slecht is geregeld, er is altijd reden tot klagen. En zeker als een groot deel van de storingen dan het gevolg blijken van onzorgvuldig gebruik of van lompe onbehouwenheid of zelfs vernielzucht, vind ik het bewonderenswaardig dat de mensen van de ISD de moed niet verliezen en soms bij nacht en ontij hun werk doen. Nogmaals, petje af.
Het stemt mij dan ook tevreden dat ik hoor dat zij het zeer waarderen dat ik een dagje mee loop. Dat er iemand opmerkt dat het fijn is om een keer op een positieve wijze aandacht te krijgen. Bovendien is het toch ook een beetje een jongensdroom om een keer met zo’n grote universele bouwmachine een paar kuub grond te kunnen verzetten. En zo probeer ook ik het nuttige met het aangename te verenigen.

vrijdag 15 februari 2008

Pakwerk

Om aansluiting te vinden bij de mensen op Kamp Holland loop ik af en toe een dagje mee met een eenheid. Dit is belangrijk omdat tijdens die dagen vaak sprake is van echte ontmoetingen, anders dan wanneer ik alleen maar op bezoek kom om eens te vragen hoe het gaat. Zo kwam ik ook bij de hondensectie die een deel van de beveiliging van het kamp verzorgd. Ik ontkwam er natuurlijk niet aan om in het pak gehesen te worden en een keer zelf te ervaren hoe het voelt als je een hond tegenover je hebt. Geloof me, met pak voel je de hond aan je arm hangen en voel je de kracht waarmee hij je vasthoudt. Dat wil je zonder pak niet meemaken. Ik ben bang dat er dan weinig van je arm over blijft, vooral als je je zou blijven verzetten.
Bij een van de oefeningen kwam de hond mij vanaf de achterkant achterna terwijl ik weg moest lopen. Het zware pak maakte me wat minder wendbaar en door de kracht en het gewicht van de hond die me onverwacht grijpt, verloor ik mijn evenwicht en lag ik op de grond. Het is met een hond aan je arm vrijwel onmogelijk dan nog overeind te komen. Ik heb in ieder geval gevoel gekregen bij de rol van de hond in de beveiliging van Kamp Holland, vooral in mijn linker bovenarm...
Het mooie van deze dag is om te zien hoe sterk de band tussen mens en dier hier is. Het koppel, de baas en zijn hond, zijn onafscheidelijk. Samen trainen ze op tot het niveau waarop ze hun taak aankunnen. Samen worden ze ingezet in de beveiliging in Nederland of tijdens een uitzending. Als er iets met de hond aan de hand is, gaat ook de baas naar huis terug. De baas en zijn hond is een koppel die alleen als eenheid ingezet kan worden. Veel van de verhalen die deze mensen te vertellen hebben gaan dan ook over hun hond en het werk dat zij met hun hond doen. Niet zelden bezitten deze mensen thuis ook nog honden, soms een jonge hond in training, soms een gepensioneerde hond van defensie. De band tussen mens en dier gaat verder dan de ‘werkrelatie’ die zij hebben. Niet alleen nuttig maar ook leuk om dit een keer van dichtbij mee te mogen maken.

dinsdag 12 februari 2008

Zelfzorg

Geweldig om te zien hoe mensen voor zichzelf zorgen. Of voor elkaar, maar dat is eigenlijk hetzelfde als je de volgende spreuk mag geloven: "Alléén maar voor jezelf zorgen is hetzelfde als slecht voor jezelf zorgen," één van de 'wijsheden' waar ik ons dagelijks overleg met hulpverleners, het sociaal medisch team, mee open.
Bij de Herstel, de mensen die aan voertuigen sleutelen en knutselen, hebben ze een eigen bar gemaakt. In een tweetal containers is een bank getimmerd, een motorblok omgetoverd tot salontafel met glazen tafelblad, een bar gemaakt, een Kachel met een hoofdletter gelast uit een oud watervat en andere restmaterialen en zijn er barkrukken van velgen en tafels van verpakkingsmateriaal gemaakt. De genie heeft een kleine donatie gedaan in de vorm van een raam. Met gepaste trots werd de Bar, ook met een Hoofdletter, geopend. De keuken had blikjes fris en bitterballen gedoneerd.
Het is een creatief bouwwerk geworden waar niet alleen deze club maar ook de komende rotaties nog veel mensen plezier van zullen hebben. Zeker als het zonneterras straks ook af is, de bankjes buiten rond de nieuwe vuurplaats staan en de avonden wat minder winters worden. Gelukkig weten sommige mensen hoe ze voor zichzelf moeten zorgen.

zondag 10 februari 2008

Interview

Op de site van het humanistisch verbond staat een interview over mijn werk.

vrijdag 8 februari 2008

Let's Poker

Een geliefde bezigheid in Uruzgan is het spelen van een spelletje poker. Ook ik heb me schuldig gemaakt aan dit, op het eerste gezicht, onschuldige vermaak. Schuldig, want een korte periode is het spelen van poker om geld een major offence geweest. De commandant van de TFU heeft het spel, op verdenking van hoge financiële inzetten, kortstondig verboden verklaard. Er werd zelfs gesproken van maatregelen tegen kaderleden die weet hadden van dit spel in termen van repatriëring naar Nederland.
Gelukkig is na ampel beraad deze maatregel teruggenomen of genuanceerd. Het spelen van poker, ook met een kleine inzet, is weer toegestaan. Gelukkig, want dit en andere gezelschapsspelen zijn een van de weinige sociale ontspanningsmogelijkheden die op Kamp Holland voor handen zijn. En met een inzet van vijf of tien dollar gaat niemand daar in financiële problemen door komen. Bovendien is het ontbreken van ontspanningsmogelijkheden van het sociale soort nu net een van de punten die uit het moreelonderzoek naar voren zijn gekomen.
Nu wil het geval dat er bij defensie, zonder enig verband met dit voorbeeld te willen suggereren, wel vaker eerst wordt gedaan en pas dan wordt gedacht. De eerste reactie is vaak een heftige. En vanuit operationeel oogpunt is dat ook vaak de enig juiste wijze van reageren. Als er iets gebeurd zijn militairen getraind, zo niet gedrild, direct te reageren. Tijd om te denken is er in operationele omstandigheden niet en dus moet de reactie zijn ingesleten, vandaar dat we speken van militaire ‘skills and drills’.
In andere gevallen, als die tijd er wel is, kan het zinvol zijn die tijd ook te gebruiken om een juiste maatregel of reactie te ontwikkelen. Dat voorkomt ad-hocbeleid dat achteraf toch het verkeerde probleem blijkt te willen bestrijden. Het siert overigens de commandant die dat vervolgens inziet en niet bang is gezichtsverlies te lijden door de maatregel terug te draaien. Een ‘goed leider’ is niet foutloos maar in staat om van zijn fouten te leren.

zondag 3 februari 2008

Tijd

Ik ben bijna op de helft van de uitzending. Tijd is nu een nog belangrijker thema dan het al was. Iedereen is met de tijd bezig, vooral nu voor een aantal mensen de datum bekend is geworden waarop ze gepland zijn naar Nederland terug te gaan. “Nog zes weken en dan komt mijn opvolger binnen” is een veelgehoorde uitspraak. De eerste club roteert niet veel later uit.
Er zijn tijdens deze uitzending erg veel verschillende rotatiedata. De staf zit zes maanden in Afghanistan en is net aan het roteren. De battlegroup, die het werk buiten de poort voor zijn rekening neemt, roteert elke vier maanden. De mensen die de Afghaanse militairen trainen en begeleiden blijven ook ruim een half jaar hoewel ook zij veel buiten zijn. Enkele specialisten blijven maar een week of zes. En dan duurt het ook nog een paar weken voor de hele groep geroteerd is. Kortom, veel onderlinge verschillen.
Er rouleert dan ook een spreadsheet onder de mensen waarop je precies kunt zien hoe lang je al in het uitzendgebied bent, hoe lang je nog moet, wat je daarmee gaat verdienen en welk percentage van je uitzending al achter de rug is. Natuurlijk heb ook ik mijn data ingevoerd en vandaag heb ik er 46% van de uitzending opzitten.
Tijd krijgt een andere invulling tijdens een uitzending. Afhankelijk van of je het naar je zin hebt, het nut van de uitzending ziet, veel werk hebt of hevig naar huis verlangt ervaar je de tijd als meer of minder vluchtig. De een roept dat de tijd vliegt, de ander zit zijn tijd uit. Maar het blijft een feit dat bijna iedereen iets over de tijd zegt wanneer je hem vraagt hoe het gaat of hoe hij zich vermaakt.
Ook de tijd dat mensen met bepaalde werkzaamheden bezig zijn is thema van gesprek. De een heeft van zijn uitzending bijna de helft op Poentjak gezeten, de ander is bijna altijd buiten de poort. Voor de een is dat een prestatie, de ander formuleert het meer als klacht. We zijn als mens toch al veel bezig met de tijd maar het lijkt wel alsof het tijdens een uitzending een nog belangrijker factor in ons bestaan is. Hoogtijd om het over iets anders te hebben...

Poentjak II

(2 februari 2008) Er ligt vanmorgen 15 cm sneeuw als ik de deur van de FAB open doe. Het kan niet anders of er worden bij de verschillende posten sneeuwballen naar elkaar gegooid en sneeuwpoppen gemaakt. Een beetje witte rommel brengt het kind in ons naar de oppervlakte; homo ludens, de spelende mens. Helaas verandert het witte kleed binnen de volgende uren in een modderpoel. Modder dat in grote hoeveelheden onder je schoenen blijft zitten en overal naar binnen wordt gelopen. Morgen gaat het weer een graad of 5 vriezen, ik ben benieuwd wat dat met het landschap doet nu er sneeuw en water in overvloed ligt.
Op Poentjak leef je met de elementen, want een groot deel van het leven speelt zich hier buiten af, ook in de winter. Buiten wassen en scheren, buiten naar de toilet. Van de slaap-FAB naar de eet-tent, naar de ops, naar de posten, altijd moet je door de buitenlucht en kom je in de elementen. Het is eigenlijk net kamperen op Poentjak, afgezien van de dreiging buiten de poort.
Als je hier bent zou je het soms bijna vergeten maar buiten wordt je weer met je neus op de feiten gedrukt: het is niet veilig in Afghanistan. Gisteren zouden we terugverplaatsen van Khyber, waar we de nacht hadden doorgebracht na een actie. Vroeg op om op tijd terug te zijn. Halverwege staan we stil. De genie heeft verdachte graafsporen gevonden. Er blijkt een in elkaar geknutselde bom in de weg ingegraven te zijn. Gelukkig zoekt de genie op gevaarlijke punten altijd goed waardoor de meeste ‘bermbommen’ gevonden worden voordat ze exploderen. Als we mensen zien weglopen worden er snel enkele quala’s doorzocht. Vaak wordt er wel iets gevonden dat gebruikt zou kunnen worden voor het maken van een bermbom maar voor hetzelfde geld kan dat materiaal ook voor iets anders bedoelt zijn. Het is moeilijk om de daders te vinden. Het blijft dus belangrijk goed te zoeken wanneer je verplaatst.
Afhankelijk van het weer gaan we morgen wel of niet terug naar TK. Als het weer slecht is kan de medevac (medische evacuatie per helikopter) niet vliegen. Met de dreiging van bermbom of hinderlaag wordt er alleen verplaatst als er binnen een bepaalde tijd een helikopter kan staan. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. En zo heeft het weer dus alles met de onveilige situatie te maken en met het feit of ik morgen mee terug kan naar TK.

VCP

(29 januari 2008) De afkorting VCP staat bij defensie voor een aantal verschillende dingen. Dat komt omdat de mensen bij defensie - schijnbaar - gek zijn op afkortingen. Je hebt er in elk geval velen. In dit geval ben ik mee geweest bij een vehikel check point (VCP) en niet in een vooruitgeschoven commando post (VCP). Als ik mij niet vergis is er nog een betekenis aan deze afkorting gekoppeld maar ik ben niet zo goed thuis in de militaire afkortingen dat ik mij die herinner.
Omdat we met veel mensen van Poentjak vertrokken zat ik onder in het pantservoertuig, de YPR. Zonder uitzicht met acht man in een stalen bak. Zittend op uitrustingstukken, met oordoppen in, wapens bij de deur, helm op schoot of op het hoofd, scherfwerende vesten aan en veel, warme, dikke kleding want geen kachel en -8˚C. Het liefste zie ik iets van mijn omgeving en sta ik achter in het voertuig ‘boven pantser’, zoals dat heet.
Eerst worden er een aantal waterloopjes bekeken door de mensen van de CIMIC (civiel militaire samenwerking) om te bezien of er verbeteringen mogelijk zijn zodat de irrigatie verbeterd. Daarna ondersteunen we een actie van een ander peloton door een VCP in te richten en daar het verkeer te controleren. We doen dat samen met een aantal agenten van de ANP (Afghan National Police) die nog veel moeten leren voordat ze het vertrouwen van de bevolking krijgen en verdienen.
Ik ben, tijdens de uren dat de VCP in bedrijf is, op de plaats waar de auto’s, busjes en motorfietsen worden doorzocht en de mensen worden gefouilleerd. Het aardige is dat je op deze plaats in aanraking komt met de Afghaanse bevolking (LN’s, local nationals). Jong, oud, man, vrouw, vriendelijk, verontwaardigd, bereid tot samenwerking of terughoudend. Ook hier blijkt weer hoe moeilijk en veelzijdig het werk van de militairen in deze missie is. Een jonge militair staat, met behulp van één tolk voor de hele VCP, mensen te fouilleren. Alle persoonlijke eigendommen te controleren op mogelijke onderdelen voor explosieven. Met drugs en pillen doen we niets. Daar is deze actie niet op gericht. We zijn op zoek naar IED (improvised explosive divice) makers. Op dit gebied komen we deze dag niets tegen.
Wel levert de actie een aantal tips van de bevolking op over wie samenwerkt met of onderdeel is van de Taliban (TB). Deze tips worden op een hoger niveau verwerkt en op waarde geschat. Het kan ook dat iemand zijn buurman een hak wil zetten en hem aangeeft als TB. We kunnen pas actie ondernemen als meerdere bronnen in dezelfde richting wijzen. Een moeizaam en langdurig proces wat de nodige zorgvuldigheid vereist.
Op de VCP worden ondertussen verschillende auto’s die tot in de achterbak met mensen en spullen zijn beladen van onder en boven, binnen en buiten, grondig doorzocht. De meeste auto’s vallen nog net niet uit elkaar van ellende, met name te danken aan het feit dat de wegen hier minder vlak zijn dat een cross baan in Nederland. Gelukkig heeft iedere Afghaan een kist gereedschap en een of twee reservewielen in de achterbak, de laatste vaak met banden waar het profiel niet meer op te herkennen is. En gelukkig heeft een Afghaan, zo lijkt het, nooit haast. Tenzij hij bij een VCP van ISAF komt, natuurlijk.